Culturele scheurbuik

We zouden gaan wandelen met het zicht op herfstkleurende bomen en reeds vagelijk met sneeuw bepoederde bergtoppen. Niets mooier dan dat, zo tussen herfst en winter in, maar ik vreesde toch ook de naderende culturele scheurbuik: ik had met de Kiefer-tentoonstelling in het Van Gogh/Stedelijk voor het laatst een museum van binnen gezien. Dus ik toogde vóór de herfstvakantie met vriendin C. naar Voorlinden om ‘Mindstudy’ van Mark Manders te bezoeken.

Uit plaatsvervangende schaamte voor de schandalige recensie in de Volkskrant (een halve pagina ‘experimenteel proza’ aldus de recensent: lees en huiver) doe ik een poging om er iets meer over te zeggen dan “(…) Starend. Gaaf maar geplet. Klassiek maar afgebrokkeld. Gebroken. Doorboord. (…)”

Het is namelijk precies de ambivalentie van tekst en woorden die een belangrijk thema van Mindstudy is. Door de hele tentoonstelling heen verschijnen er in de kunstwerken krantenpagina’s, die op het eerste gezicht vertrouwd aandoen, maar bij nadere inspectie volkomen onzin blijken te bevatten. Manders gebruikt pagina’s uit een (omvangrijke?) krant die hij zelf heeft gemaakt en waarin alle bestaande Engelse woorden precies één keer voorkomen. De krant heeft alle kenmerken van een nieuwsblad: koppen, kolommen, foto’s, bestaande woorden, maar wie de artikelen probeert te lezen beseft dat de teksten volkomen onzin zijn (en de foto’s idem dito). De taal suggereert verstaanbaarheid en vertrouwdheid die op niets gebaseerd blijkt. Op één van deze krantenpagina’s heeft Manders twee houten paneeltjes geplakt die geverfd zijn in “twee kleuren die zijn afgeleid van de kleur blauw, maar waarvoor geen eigen woord bestaat”, aldus de kunstenaar in de door hemzelf geschreven toelichting.

En dat is een ander refrein van de tentoonstelling dat sterk blijft hangen: blauw (en alle aanverwante kleuren). Het toeval wilde dat ik zelf ook merendeels in het blauw gekleed was, waardoor ik me nog meer één voelde met Manders’ wereld. De afgesneden, halve gezichten in blauw, de blauwe vlakken, de blauwe kamer, het blauwe woordenboek – Manders’ innerlijk denkruimte is blauw. Geen agressief of duister blauw (zoals bij Kiefer), maar ruimtelijk, bijna hemels, vaag, dromerig blauw.

Topstuk is wat mij betreft niet de combinatie van de vier levensgrote hoofden die op alle affiches van het museum staat, maar de allereerste sculptuur die de bezoeker op deze ‘breinreis’ ontmoet: het enorme ‘plakje’ gezicht dat ingeklemd zit tussen houten panelen. Is het de mens die vastzit in innerlijke of uitwendige dictatuur of censuur? Of is het juist een mens die veilig ingebakerd zit tussen de boeken, de teksten? Gezien de thema’s van deze tentoonstelling zou beide kunnen.

Mindstudy combineert vertrouwdheid met ongemakkelijkheid op een manier die ik nog nooit eerder zo zag. Het was indrukwekkend. Of was het de culturele scheurbuik die sprak en elke creatieve eruptie opslokte als was het haute cuisine? Gaat dat zien!

Plaats een reactie

search previous next tag category expand menu location phone mail time cart zoom edit close