Deltaplan voor theologisch onderwijs?

In de afgelopen 25 jaar heb ik de discussie over het ambt van predikant en de positie van de kerkelijk werker van nabij gevolgd. Eindelijk moet nu volgende week de synode van de PKN een beslissing nemen of hbo-opgeleide theologen (met een hbo-bachelor, zo luidt het voorstel) ‘dienaar van het Woord’ kunnen worden. In het slotstuk dat nu geproduceerd is, zijn we helaas terug bij af – tot aan de onduidelijke terminologie toe (zo’n hbo-opgeleide vdm gaat ‘pastor’ heten). Nu er eindelijk een beslissing moet vallen, ligt er zelfs een uitgeklede versie van het voorstel van meer dan 20 jaar terug: een ‘pastor’ moet er komen die goedkoper is voor gemeenten en minder (lang, hoog, diep) opgeleid is, voor de ‘minder complexe’ situaties.

In de afgelopen 25 jaar is de discussie gegaan over de voorwaarden waaronder dit vorm zou kunnen krijgen. Niets van de overwegingen is meegenomen in het voorstel dat nu voorligt. In de loop der jaren, en ook nog heel recent, is er gedacht aan:

1. Een (nog te vormen) hbo-master verplicht stellen voor de ‘pastor’. Dat voorstel is nog onlangs door het moderamen eigenhandig van tafel gehaald. Je kunt nu met een hbo-bachelor ‘pastor’ worden;

2. Een ‘goedkope dominee’ vermijden. De afgelopen 25 jaar werd meermaals door de synode vastgesteld dat het onwenselijk is dat er een ‘goedkope’ voorganger ontstaat die op termijn dan door de (slinkende) gemeenten om financiële redenen geprefereerd wordt. Dat zou immers niet alleen het einde van de academische theologie zijn, maar ook van de keuzemogelijkheid van de gemeenten. Dat is met dit voorstel tóch mogelijk geworden;

3. Er is meermaals aangedrongen op tenminste een goede supervisiestructuur: fijn dat ‘pastores’ zelfstandig als dienaar van het Woord gaan functioneren, maar dan is het wenselijk dat zij gesuperviseerd worden door een WO/master-opgeleide predikant die daarvoor wordt aangewezen. In het huidige voorstel is, ondanks allerlei mooie woorden over samenwerking, NIETS geregeld voor een supervisiestructuur – uit een diepe maar onterechte angst voor hiërarchische verhoudingen waarschijnlijk.

In haar verlangen kool en geit te sparen, ziet de kerk over het hoofd dat een belangrijke reden van de afname van kerkgang en kerklidmaatschap de kwaliteit van de prediking is en de kwaliteit van andere uitingen van de kerk. Secularisatie is het daarom eigenlijk niet, want veel mensen blijven zich als religieus beschouwen. Maar wie op zondag niet ervaart hoe bijbel en traditie te verbinden zijn met het eigen leven en de eigen tijd, gaat op z’n vrije ochtend iets anders doen. Het is dé klacht die alom wordt gehoord: er klínkt zo weinig meer, er gaat zo weinig van uit. De kerk heeft nood aan een deltaplan voor de prediking, niet aan een verlaging van de onderwijsnormen.

Het laten verslonzen van het onderwijs in het algemeen leidt in onze maatschappij inmiddels tot grote problemen. In de kerk zal de verslonzing van het theologisch onderwijs op (niet al te lange) termijn haar einde bespoedigen. Elke situatie van elke voorganger is in deze tijd ‘complex’: deze tijd vraagt gewoonweg om goed opgeleide predikanten (WO of HBO) die weten waar Abraham de mosterd haalt. Als de kerk in deze tijd nog geloofwaardig wil zijn, moet er als de wiedeweerga zo’n deltaplan voor het theologie-onderwijs komen (zowel HBO als WO). Ik hoop dat de PThU klaarstaat. En dan de kerk ook.

Kerk, los de ereschuld naar de kerkelijk werker in, maar houd het theologisch onderwijs, de prediking en catechese, in ere!

Plaats een reactie

search previous next tag category expand menu location phone mail time cart zoom edit close