Op de verjaardag van Giuseppe Verdi zat ik toevallig in het San Carlo Teatro in Napels, bij een opvoering van Nabucco. De zaal zat vol mee-dirigerende Italianen en de emoties golfden door het theater, vooral toen in het derde bedrijf tweemaal het ‘Slavenkoor’ ten gehore werd gebracht: voor veel Italianen nog steeds het alternatieve volkslied, het lied van de Italiaanse eenwording. Blijkbaar zag men er in de 19e eeuw, en nu nog steeds, geen been in om zich te identificeren met een groep joodse slaven die in Babylonische ballingschap dromen van hun verloren land. Met teksten als ‘Begroet de oevers van de Jordaan en de gevallen torens van Sion’ vereist het namelijk wel wat hermeneutische acrobatiek om van het Slavenkoor een Italiaans volkslied te maken.
Anderzijds: hoe zou literatuur mogelijk zijn als men zich niet identificeert met een ander? Wie zich niet óók een beetje Eline Vere, Abraham, Odysseus of Doktor Faustus voelt, hoeft aan geen enkele roman meer te beginnen. Lezen staat of valt met identificatie, of op zijn minst met inleving in de hoofdpersonen van de schrijver.
In het Nederlandse volkslied is het Willem van Oranje die in het achtste couplet met David wordt vergeleken: ‘Zoals David moeste vluchten voor Saul de tiran, zo heb ik moeten zuchten als menig edelman’. Dus waarom zouden de Italianen zich niet al zingend kunnen identificeren met het joodse volk in ballingschap? Het geeft ons nu weliswaar de nare smaak van annexatie in de mond – de christelijke kerk heeft immers altijd al het bijbelverhaal geannexeerd en zichzelf het ‘nieuwe Israel’ gewaand – maar het zou best verfrissend zijn als bijvoorbeeld de Palestijnen de vrijmoedigheid namen zich te identificeren met het onderdrukte bijbelse Israel-in-ballingschap. Of wanneer de Koerden Turkse liederen zouden gaan zingen over het verlangen naar een groot Ottomaans rijk. Hermeneutics for world peace…